[Wie ooit in zee zwom, en over hem goot]

Kust. Zonnig
Kust. Golven
Kust. Zwembad.

Wie ooit in zee zwom, en over hem goot
Een storm ontzetting; en de golven slaan
Over hem; maar hij – hij wil niet vergaan:
In hem stormt ’t leven, en hij wil niet dood;

En met zijn armen mokert hij de oceaan,
En met zijn beenen trapt hij weg de dood.
Hij voelt zich zelf voor ’t eerst in ’t leven groot;
Zij beide, klein, laten hem levend gaan.

Weet iemand, welke kracht ligt in verdriet,
Zoo, dat hìj voor het eerst zijn wezen zag,
Die in tricot op ’t koord danste al zoo lang?

Wie zinken zal in leed, hem redden niet
Tricot en koord: uit ’t donker naar de dag
Trok ik de aëroplaan. En ’k was niet bang.

 

Brahman. Deel 1 (1919)–J.A. Dèr Mouw